BIOD 420 TD

De oorsprong van de caravans, die al bijna veertig jaar onder de naam Biod bij de sociale werkplaats ‘Werkvoorziening Oost-Twente’ in Oldenzaal worden afgebouwd, moeten we in Duitsland zoeken Een bedrijf uit Lindau fabriceerde ze rand 1960 ander de naam 'Fahti'. In die tijd werden de Fahti's en even later ook de Biods al gekenmerkt door hun polyester opbouw, waarin geheel volgens de trend van toen - Amerikaanse auto's - panoramische ruiten worden toegepast.
Tot in de jaren zeventig zien we Biods met zulke ramen, al hebben die dan vooral tot doel de ronde vormen van de carrosserie te accentueren. Dat 'ronde' is nog steeds het ken merk van Biod. Want de caravans magen dan een pittig gewicht hebben, hun rijeigenschappen zijn fantastisch. En daarmee leggen we de basis bloot die ‘Bedrijfsaanhangwagen Industrie Oldenzaal Denekamp’ nu al tientallen jaren overeind houdt en die Biod tot het oudste zelfstandige caravanmerk van ons land heeft gemaakt.

Rond en robuust
Je moet echt tot de kenners behoren om de minuscule verschillen te kunnen zien tussen de ‘oude’ en de 'nieuwe' Biod. "Een nieuwe?", zult U zeggen. Inderdaad, voor z'n polyesterbehoefte stapte fabrikant De Schakel onlangs over naar Van der Ham in Bladel. Dit bedrijf, dat ook producten levert aan onder andere Kip, maakt nu de Biod- carrosserie. Het onderstel met daarop de vloer komt per vrachtwagen vanuit Oldenzaal waarna Van der Ham aan de slag gaat. Vervolgens keent de 'lege' caravan weer terug in Twente, alwaar de inrichting klaar staat om gemonteerd te worden. Helemaal probleemloos verloopt zo'n overgang natuurlijk maar zelden, en dus kregen we de testwagen met een aan de 'verkeerde' kant scharnierende buitendeur. Bij de 'definitieve' modellen zullen de koelkastroosters en het keukenraam geen last meer hebben van de deur in geopende toestand.

Die deur is overigens een fraai voorbeeld van de wijze waarop Biod z'n caravans bouwt. Zeker in vergelijking met de dikwijls nogal 'week' aandoende deuntjes waarmee diverse fabrikanten werken, is dit één brok degelijkheid. Als je deze deur achter je dichtgooit, laat een triomfantelijk gevoel zich maar moeilijk onderdrukken. Zoiets als: Probeer die maar eens open te krijgen! De rest van de body straalt eveneens die zekerheid uit. Waar je ook kijkt en voelt, het is 'rond en robuust' wat de klok slaat. Dat ook kwaliteit een keerzijde heeft, besef je bij het zien van de massa en de prijslijst. Dik vijfendertig mille voor een 'viermetertwintig' is natuurlijk een smak geld; de standaard uitrusting met onder meer ringverwarming en warmwaterboiler ten spijt. En dan mag zo'n caravan prima op de weg liggen, negenhonderd kilogram (leeg) blijft een pittig gewicht. Dat de jaarlijkse afzet mede daardoor tot een zestigtal exemplaren beperkt blijft, zal een groot deel van de Biod- eigenaren desondanks een zorg zijn. Dat houdt 'm immers exclusief.

Onder de 420 TD huist een onderstel van BPW met een superlange dissel. Op die 1,40 meter zou je bij wijze van spreken een paar fietsdragers kwijt kunnen. Ook bij het eigenlijke chassis is bepaald niet bezuinigd op materiaal, getuige de aanwezigheid van maar liefst drie langsliggers. Via de houten (sandwich) vloer dragen zij de vrij zware opbouw. Uiteraard komen we hier geheel volgens BPW- traditie een staaltorsie geveerde as tegen. En omdat 'zonder' eenvoudigweg niet gaat, is die voorzien van schokdempers. Hoewel het draagvermogen van de as 1.350 kilo bedraagt, beperkt Biod het totaalgewicht van z'n caravans tot 1.300 kilogram. Na aftrek van de waarde die we op de weegplaten aflezen, komt er een laadvermogen van 369 kilo uit de bus. Natuurlijk is dat riant, maar wie erdoor in conflict zou komen met z'n rijbewijs B is een registratiebewijs met daarop 1.150 kg ook mogelijk. De banden hebben een draagkrachtreserve waar menig fabrikant een voorbeeld aan kan nemen.

Klein van stuk
Het vrij tijdloze karakter van de buitenzijde sluit aan bij het interieur. Lichtgetint hout zonder tierelantijntjes in combinatie met een rustige stoffering brengt een sfeer waarin diverse generaties zich thuis zullen voelen. Deze 420 TD met z'n treinzit is natuurlijk een echte tweepersoons reiswagen. De dinette voorin zal veelal 'als bed' blijven liggen, terwijl het achterste deel van de caravan dan als 'huiskamer' fungeert. Een afscheiding in de vorm van een schuifwand of jets dergelijks heeft deze caravan niet, een vensterbank evenmin. Wel is van de treinzit een logeerbed te maken en onder alle kussens vind je lattenbodems. Uit de lengte van de bedden en de stahoogte maken we op dat Biod- bewoners nogal klein van stuk moeten zijn; de meetlat wijst steevast 1,90 meter aan.

De keuken heeft gemiddelde afmetingen; extra werkruimte moet komen van het omgekeerde blad. Ons oordeel over de inbouw van de koelkast luidt: ‘goed, maar het kan nog iets beter'. Over de plaats van de boilerschakelaar (voorop het keukenmeubel) zijn de meningen verdeeld. Hij moet weliswaar op een goed toegankelijke plaats zitten, maar zo prominent had nu ook weer niet gehoeven. Meer daglicht op de kookplaats is te verwachten als de openstaande buitendeur straks het keukenraam niet meer grotendeels afschermt. Van ons zou Biod er gelijk een groter raam in mogen zetten. 'Over deze wasruimte is nagedacht', denk je bij het zien van de schuin geplaatste deur. Zo'n opstelling vergemakkelijkt namelijk de toegang tot de treinzit en vergroot het uitzicht vanaf de achterste bank. Langere mensen zullen daar overigens rekening moeten houden met het legschap dat onder de kast hangt. De wasruimte zelf is vrij kaal; noch een raam, noch een dakluik. In het sfeerloze witte tl-licht ontwaren we een draaibaar toilet, dat wel, verder is er een klein kastje met een wastafeltje plus twee (te) hoog hangende spiegels. Alles gaat een beetje verloren in zee van ruimte.

Conclusie
Ondanks zijn Duitse voorvader durven we de Biod een oer-Nederlandse caravan te noemen. En het is er nog eentje om trots op te zijn ook, want hij staat qua bouw en afwerking op een bijzonder hoog niveau. Tegenover de uitstekende stroomlijn staat een pittig gewicht, en een prijs waarmee Biod zich voorlopig nog wel even tot de caravanmerken voor de ‘happy few’ mag blijven rekenen.

 

Plus en Min

+ stroomlijn

+ goed gebouwd

+  solide onderstel

+  laadvermogen

- Duur

- vrij zwaar

- sober ingerichte wasruimte

- bedlengte / stahoogte